Sven: “Mijn eerste reanimatie is me altijd bijgebleven”

“Sinds 2016 rukken alle brandweerposten van de VRU uit voor reanimaties. En in die vijf jaar heb ik al heel wat reanimaties meegemaakt als brandweerman. Daarvan is een aantal me het meeste bijgebleven, waaronder de eerste die ik meemaakte”.
Lees hieronder het hele verhaal van Sven.
“We werden gealarmeerd voor een reanimatie in het buitengebied. We kwamen aan bij een vrijstaand huis met daarachter een schuur. Toen ik naar de schuur liep zag ik twee benen uitsteken van iemand die op de grond lag. De neef van het slachtoffer was al begonnen met de reanimatie. Het slachtoffer was met zijn hoofd tegen de tafel was gevallen nadat hij onwel werd, waardoor hij ook behoorlijk wat bloed verloor. Voor mij was dit de eerste keer dat ik een mens reanimeerde. Ik had natuurlijk al heel vaak op een pop geoefend als onderdeel van mijn opleiding en het jaarlijkse oefenprogramma, maar dat is toch echt iets heel anders.
Ik deed wat ik al die jaren had geoefend en merkte daarbij hoe een echt lichaam aanvoelt en reageert bij een reanimatie. Dat was een ervaring die me echt is bijgebleven. Je kan je voorstellen dat ik erg blij was toen het slachtoffer met ritme werd meegenomen in de ambulance.
Na de inzet kwam ik er via mijn vrouw achter dat de persoon die ik had gereanimeerd een kennis is van mijn schoonvader. Zo kreeg ik later te horen dat hij weer helemaal hersteld is. Mede dankzij onze inzet heeft hij zijn 50-jarig huwelijk kunnen vieren. Ik ben hem ook nog een keer tegengekomen met boodschappen doen en heb hem toen kort gesproken. Het is prachtig als je iemand op deze manier kunt redden. Ik vind het dan ook erg goed dat de brandweer in onze regio wordt gealarmeerd bij een reanimatie. De brandweer heeft namelijk veel posten, ook in buitengebieden, dus kan vaak heel snel ter plaatse zijn. Uiteindelijk gaat het erom dat zo snel mogelijk gestart wordt met reanimeren. Dan heeft een slachtoffer de meeste kans op overleven.
Helaas zijn er ook situaties waarin iemand het niet redt. Ook daarvan zijn inzetten mij bijgebleven. De collega’s van de ambulance volgen een uitgebreid protocol om een patiënt alle kans te geven, maar soms mag het reanimeren niet meer baten. Als de ambulancemedewerker dan zegt dat we moeten stoppen, dan heeft dat echt wel impact. Je wil dan wel graag een goede reden horen, want je weet dat als je stopt het écht over is. Gelukkig hebben de collega’s van de ambulancedienst hier oog voor.
Behalve vrijwilliger bij de brandweer, ben ik ook een aantal jaar voor mijn beroep brandweerman geweest. Bij de brandweer hebben we een bepaalde taakverdeling. Bij verkeersongevallen is een van de brandweermensen verantwoordelijk voor het contact met het slachtoffer. Deze taak heeft mij altijd getrokken. Ook het reanimeren trok mij erg aan als taak. Daarbij vond ik de samenwerking met de ambulance altijd al erg interessant. Bij de brandweer draait het werk meer om de techniek en is minder direct contact met betrokkenen. Daarom heb ik een tijdje terug de keuze gemaakt om de overstap te maken naar de ambulancedienst om daar chauffeur te worden. Daarnaast blijf ik gewoon vrijwilliger bij de brandweer, want het brandweervak blijft fantastisch.
